dinsdag 21 maart 2017

Een bijzonder afscheid

Ons dagactiviteitencentrum is een plek waar mensen met dementie de dag door kunnen brengen en waarbij de mantelzorger ontlast wordt. De meeste bezoekers komen maar voor een paar weken of maanden, vooral nu met de nieuwe indicaties via de WMO. Mensen mogen niet meer komen omdat ze eenzaam zijn, ze mogen eigenlijk alleen nog maar komen als het thuis echt niet meer gaat en ze nog niet ziek genoeg zijn om in een verpleeghuis te wonen. Veel van onze cliënten krijgen overbruggingszorg.  


Dhr. Kesselaar is een van onze cliënten die al langere tijd komt en hij komt vier dagen in de week. Een lieve, vrolijke, kleine man met veel humor. Bij ons tenminste, want zijn vrouw vertelt wel eens huilend dat hij meer de man is die hij vroeger was, dat hij niet altijd aardig is voor haar. Mevr. Kesselaar heeft het lang volgehouden om voor haar man te zorgen, maar nu kan het niet meer en kiest het echtpaar ervoor om dhr. op te laten nemen in een verpleeghuis. Als ik dhr. Kesselaar begroet terwijl hij uit de bus stapt kijkt hij me verdrietig aan. Ik vraag hoe het met hem gaat. Hij zegt dat het nu zover is, dat het gaat gebeuren.
- Wat gaat er gebeuren? Vraag ik.
* Nou, dat ene. Je weet wel.
- U bedoelt dat u gaat verhuizen?
* Ja, dat bedoel ik. Het is voorbij.
- En wat vindt u daarvan? Hij kijkt me aan en de tranen komen langzaam tevoorschijn.
* Ik wil hier niet weg, ik vind het zo fijn bij jullie.
- Wij gaan u ook missen, maar waar u straks gaat wonen zijn ook gezellige mensen. En daar zijn heel veel lieve dames om u te helpen.
* Maar die ken ik niet.
- Dat klopt, maar u kende ons ook niet toen u voor het eerst bij ons kwam.
* Het is voor mijn vrouw beter als ik verhuis.
- Zij gaat u ook missen. Gelukkig is het in de buurt en kan ze u vaak komen bezoeken.

Dhr. ziet een andere cliënt en steekt zijn hand naar hem uit en zegt: "He, maat! Heb je het gehoord? Ik ben voor het laatst". De heren groeten elkaar en dhr. Kesselaar laat even zijn tranen gaan. Ik kijk met ontroering naar het tafereel en heb met dhr. te doen. Wat is het toch een rotziekte, al die echtparen en families die uit elkaar gehaald worden omdat dementie zoveel problemen en zorg met zich meebrengt. Gedwongen scheidingen waar mensen niet voor kiezen.

- Komt u maar, dan gaan we binnen koffie drinken dan kunt u even bijkomen.
* Hang jij dan mijn jas op? en doe je mijn pet in mijn zak?
Ik breng zijn jas naar de kapstok en als ik terug kom zit dhr. naast zijn maat en kijkt droevig voor zich uit. Ik kijk hem aan en wacht tot er een glimlach verschijnt. We hebben oogcontact en zijn blik lijkt te zeggen dat het wel goed is zo. Hij legt zich gelaten neer bij wat hem te wachten staat.

'S middags gaan we fotolijsten versieren. Dhr. Kesselaar heeft hier geen zin in, hij houdt niet van creatief bezig zijn en heeft er geen geduld voor.
Opeens krijg ik de ingeving om een selfie te maken samen met de dhr. Hij begrijpt niet zo goed waarom we onszelf in het scherm kunnen zien en moet erom lachen. Ik kies de leukste foto uit en print deze in kleur uit. Ik doe de foto in het lijstje en zet deze voor dhr. op tafel neer. Even moet hij goed kijken wat hij ziet en als hij zichzelf en mij herkent begint hij te glunderen.
*Oh wat leuk! Dat zijn wij?
- Ja, een herinnering voor als u straks niet meer komt. Een cadeautje van ons voor u en uw vrouw.
* Dankjewel. Doe maar bij mijn......dingetje, je weet wel (hij bedoelt zijn schriftje).
- Ik doe het in een tasje voor u en dan geeft ik het mee als de bus er is.

Als eenmaal de bus er is weet dhr. zelf nog dat hij een cadeautje mee moet nemen. "Ik krijg nog een dingetje mee, van daarnet". Ik geef hem de tas met zijn schrift en de foto.
De volgende dag krijgen we bericht van de echtgenote van dhr, via het schriftje.  Ze bedankt voor de leuke foto en verteld dat haar man er zo blij mee was. Hij kon alleen niet meer vertellen wie er met hem op de foto staat. Maar, de foto gaat in elk geval mee naar de nieuwe "woning".

Ik hoop dat ik hiermee het leed van dhr. heb kunnen verzachten. De kans is groot dat hij binnenkort niet meer weet wie ik ben, dan ben ik gewoon een lachende vrouw die met hem op de foto staat. Hopelijk wordt hij elke keer blij als hij naar ons plaatje kijkt.
Als ik afscheid neem van dhr. weet ik dat ik hem nooit meer zal zien. Zoals ik al van zoveel mensen met dementie afscheid heb moeten nemen in mijn leven. Sommigen raken me meer dan anderen. Ik ga u missen meneer Kesselaar. Ik ga nu missen

Monika Eberhart

maandag 13 maart 2017

Ze heeft dementie, ze heeft afasie.....ze heeft het allebei

Mevr. Ansems bezoekt al jaren het dagactiviteitencentrum. Door haar vrolijke gedrag hebben wij het idee dat ze het naar haar zin heeft, maar dit weten we niet zeker want mevr. kan het ons niet vertellen. Ze heeft afasie en daarnaast gevorderde dementie.


Vandaag mogen we mevr. Ansems weer begroeten. Lachend zit ze in de bus naar buiten te kijken. Als de buschauffeur haar helpt met uitstappen zie ik dat dit steeds moeilijker gaat, het lijkt erop dat ze de hoge treden van de bus eng vindt. Misschien wordt het tijd om mevr. met de lift de bus in en uit te gaan helpen.

Mijn collega Anja begeleid mevr. naar binnen, dit doet ze met veel liefde en geduld. Mevr. Ansems vertrouwd op haar arm en laat zich voorzichtig meenemen naar de woonkamer. Ze loopt onzeker, maar wel lachend.
Eenmaal binnen wordt mevr. door de andere bezoekers begroet, zij lacht terug maar zegt verder niets. Door haar afasie kan mevr. niet zeggen wat ze denkt en misschien heeft haar dementie haar geheugen zodanig aangetast dat ze nu ook niet meer weet wat ze wil zeggen. Maar dit is voor ons alleen maar speculatie. Het is onze taak om met mevr. via haar lichaamstaal te communiceren.

Tijdens het koffie-uurtje bespreken we wat artikelen uit de krant. We gebruiken de krant vooral om gesprekken op gang te krijgen over onderwerpen die vroeger bij het dagelijks leven hoorden zoals b.v. de manier van stoken vroeger. Nu gaat het via gas, zonnepanelen, windmolens, maar veel ouderen weten nog goed hoe het was om met kolen te stoken. Er wordt over en weer gepraat over de soorten kolen, de soorten kachels, waar de kolen vandaan kwamen enz. enz.
Mevr. Ansems kijkt de medebezoekers vrolijk aan en lacht. Wij weten niet of zij weet waar we het over hebben, maar ze lacht.
Ze krijgt haar koffie aangereikt van Anja. Mevr. is niet meer in staat om zelf het kopje te pakken en te gaan drinken, maar als we het in haar handen geven dan neemt ze soms de handeling over.

Tijdens het middageten begrijpt mevr. niet meer hoe ze moet eten. We geven daarom de soep in een grote mok, deze kan ze dan zelfstandig (met wat stimulans) drinken.
Mevr. zit tijdens het eten naast mevr. Bruinsma. Mevr. Bruinsma kan er niet zo goed tegen als mevr. Ansems niet eet. Ze kijkt haar doordringend in de ogen en vertelt haar dat ze moet eten. "Het is van jou hoor! Eet nou op!" maar, mevr. Ansems kijkt haar alleen maar lachend aan en knikt. Mevr. Bruinsma raakt geïrriteerd en pakt de vork, doet er wat eten op en stuurt richting de mond van mevr. Ansems. "Doe je mond maar open! je moet eten hoor!". Mevr. Ansems kijkt lachend en doet haar mond open. En zo gaat het een paar happen lang. Mooi om te zien hoe de ene persoon met dementie de andere helpt, ook al is het dan mopperend. Toch hebben we de indruk dat mevr. Ansems het niet zo leuk vindt.

Halverwege de maaltijd heeft mevr. Ansems er geen zin meer in en begint tegen te stribbelen waardoor mevr. Bruinsma boos wordt en het fout lijkt te gaan. Voordat het een kans krijgt te escaleren grijpt Anja in en gaat op het krukje naast mevr. Ansems zitten. Ze bedankt mevr. Bruinsma voor haar hulp en richt zich op mevr. Ansems. Ze neemt de tijd en wacht tot ze oogcontact hebben en praat dan met lieve zachte toon tegen haar. Ze vraagt of ze nog honger heeft. Mevr. Ansems reageert door te lachen en doet haar mond open. Anja helpt haar verder met haar eten.

Vanaf de personeelstafel bestudeer ik het tafereel tussen Anja en mevr. Ansems. Het is zo mooi om te zien wat je allemaal kunt bereiken met liefde en geduld, vooral met geduld. Het samenspel tussen een oudere met dementie en een begeleidster van begin dertig. Mevr. Ansems wordt rustig van Anja en het lijkt erop dat ze zelfs geniet van het eten, maar dat ik mijn interpretatie. Als je aan mevr. Ansems vraagt of het eten smaakt dan lacht ze alleen maar.

Na het middageten ga ik mevr. Ansems helpen met het toiletbezoek. Dat is een lastige klus want mevr. begrijpt niet meer wat ze bij de wc moet doen. We gaan samen de toiletruimte in en ik vraag haar of ze misschien moet plassen, ze lacht.
Ik vertel haar dat ik haar ga helpen om haar broek naar beneden te doen zodat ze op de wc kan gaan zitten. Ze kijkt me aan, lacht en houdt haar broek heel stevig vast (wat is ze sterk). Ze is niet van plan om haar broek naar beneden te laten trekken. Ik probeer nog eens uit te leggen wat de bedoeling is en dan opeens begint ze luid en duidelijk te vloeken. Ik weet even niet wat ik moet doen.
Om haar even af te leiden loop ik met haar naar de wastafel en doe ik de warme kraan aan. Ik begin mijn handen te wassen en hoop dat ze met me mee gaat doen. Even snapt ze het niet. Ik vraag mij opeens serieus af waarom alles wit in deze ruimte? Er is voor mevr. Ansems misschien wel helemaal geen verschil tussen muren, wastafel en wc. Maar goed, het lijkt te lukken, mevr. wast samen met mij haar handen. Ze lacht. Ik hoop dat het geluid van water haar blaas gaat prikkelen.
Na het handen wassen vraag ik nogmaals aan mevr. of ze moet plassen. Ze gaat voor de wc staan maar schud heftig van nee. Ik weet niet of ze weet wat ik bedoel, maar haar nee is duidelijk nee.
Mevr. draagt een inco, ik kan het toiletmoment voorlopig overslaan en ik weet dat ik geen andere keuze heb, maar dat gaat wel tegen mijn gevoel in.

Een klein uur later neemt Anja mevr. mee naar het toilet. Liever elk uur proberen zonder succes en maar een keer en de rest aan de inco over laten.
Geen idee wat zich daar allemaal op het toilet afspeelt, maar na zo'n tien minuten komen beide dames lachend terug. Gelukt! Anja blij en mevr. Ansems lijkt ook blij.
Misschien heeft mevr. Ansems meer vertrouwen in Anja dan in mij, misschien moest ze een uur geleden echt niet naar de wc. misschien is Anja geduldiger dan ik, misschien, misschien..........na ja, het maakt niet uit, de blaas is geleegd.

Mevr. Ansems is een lieve vrolijke vrouw. Altijd aan het lachen, om alles en iedereen. Afgaande op haar lach zou je denken dat ze gelukkig is, maar is dat ook echt zo? We zullen het nooit weten want mevr. Ansems heeft dementie en afasie, ze heeft het allebei.

Monika Eberhart






photo credit: Dubber Nana via photopin (license)