zondag 31 januari 2016

Mythes over dementie

Er bestaan veel mythes omtrent dementie,  mythes die ervoor zorgen dat er onnodig onbegrip bestaat in de omgang met mensen met dementie.



- Mensen met dementie weten niet wat ze willen of kunnen niet vertellen wat ze willen.

Mensen met dementie weten meestal wel wat ze willen, ze hebben alleen moeite met de communicatie daarover. Het is belangrijk om heel geduldig te zijn als de persoon met dementie probeert duidelijk te maken wat hij/zij wil. In een ontspannen sfeer zal het makkelijker zijn om uit de woorden te komen dan in een stressvolle situatie.
Noteer het gedrag van de persoon om bij herhaling ervan te herkennen wat er aan de hand is.



- Dementie hoort nu eenmaal bij ouder worden

Dementie ontstaat niet alleen bij oudere mensen en niet iedereen krijgt het. Het is een ziekte die iedereen kan treffen. Als het bij ouder worden zou horen dan zouden alle mensen boven de 65 het krijgen.
Het is wel zo dat hoe ouder iemand wordt hoe groter de kans op dementie is. Er bestaan wereldwijd echter miljoenen ouderen boven de 80, 90 zonder ernstige geheugenproblemen.
Jongere mensen kunnen ook dementie krijgen, maar hoe jonger iemand is, hoe kleiner de kans om het te krijgen.

- Als je eenmaal dementie hebt, is er niets meer tegen te doen

Dementie is een progressieve zieke, het is niet te genezen. Het is echter wel mogelijk om het dragelijk te maken en het proces te vertragen. Dit kan d.m.v. activiteiten, bewegen, gezond eten en evt. met behulp van de juiste medicatie (raadpleeg hiervoor uw arts).

- Mensen met dementie hebben niets in de gaten, ze vergeten het toch allemaal

Veel mensen denken dat mensen met dementie niets meer begrijpen, niets meer in de gaten hebben en alles meteen vergeten. Dit is echt niet zo!
Het deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor communicatie werkt niet meer goed, en zal steeds slechter gaan werken. Het deel van de hersenen dat verantwoordelijk is voor emotie blijft nog heel lang intact. Het gevolg is dat alles wat om hen heen gebeurd verwerkt wordt, maar het kan niet meer goed gecommuniceerd worden. Hierdoor zijn mensen geneigd te denken dat mensen met dementie ervaringen en gebeurtenissen niet opslaan.
Als iemand met dementie b.v. getuige is van een ruzie dan wordt het allemaal opgeslagen, maar de persoon zal het niet goed na kunnen vertellen. De angst die ontstond kan echter wel lang blijven hangen. Het is daarom belangrijk om te proberen om het gevoel, de emotie voor de ander te benoemen.

- Je moet mensen met dementie corrigeren als ze fouten maken, dan doen ze het de volgende keer goed

Nee! Nooit doen!
Mensen hebben de neiging iemand met dementie te corrigeren als er fouten worden gemaakt. Het is beter om in de belevingswereld mee te gaan en de persoon af te leiden. Door mee te gaan in de beleving toon je respect en begrip, dat geeft vertrouwen en rust.
Veel corrigeren kan leiden depressie, agressie en nog meer verwarring.
Stel dat de persoon met dementie een heel verhaal heeft over hoe gezellig het avondeten was met Pietje (Pietje is al jaren dood). Laat de ander gewoon vertellen hoe het was en reageer positief. Het doel is altijd dat de persoon met dementie zich prettig voelt.

- Dementie en Alzheimer is hetzelfde

Nee. Dementie is een verzamelnaam voor verschillende soorten geheugenaandoeningen die allemaal op een bepaalde manier met elkaar verbonden zijn.
Alzheimer is een vorm van dementie. Het is wel de meest voorkomende vorm. Naast Alzheimer zijn er nog veel meer geheugenaandoeningen die onder dementie vallen.

- Ik kan niets doen om het risico op het krijgen van dementie te verkleinen

Dementie is niet te voorkomen, er is altijd een risico om het te krijgen. Iedereen kan het krijgen. Het risico is echter wel te verkleinen (al geeft dit geen garanties, maar niet geschoten is altijd mis).
Een aantal tips om de kans op het krijgen van dementie proberen te verkleinen:

- Elke dag minimaal 2x een half uur bewegen
- Gezond eten: veel groente en fruit, niet teveel vet, niet teveel vlees en niet teveel suiker, zout e.d.
- De hersenen actief houden d.m.v. denkspelletjes, puzzels, lezen en nieuwe vaardigheden aanleren.
- Niet roken
- Matig zijn met alcoholische dranken
- Positief denken en handelen

- Iemand met geheugenverlies zal wel dementie hebben

Naarmate we ouder worden gaat ons geheugen achteruit, maar zolang we ons kunnen herstellen en verbeteren is het geen dementie. Als geheugenproblemen niet van invloed zijn op ons dagelijks functioneren dan is het geen dementie. Dan is het gewoon slijtage van het geheugen door ouderdom.

- Dementie is niet dodelijk

Dementie op zichzelf is niet dodelijk. Maar de ziektes die ontstaan ten gevolge van dementie wel.
Als je b.v. kijkt naar Alzheimer. Deze ziekte zorgt niet alleen voor geheugenverlies, maar het beschadigd de hersenen waardoor de persoon met Alzheimer uiteindelijk zal overlijden.

- Mensen met dementie hebben geen inzicht in hun ziekte

Vooral in de beginfase hebben mensen met dementie goed door wat er met ze aan de hand is. Ze merken dat ze dingen vergeten en dat ze dingen niet meer kunnen.
Elk persoon met dementie gaat op zijn/haar eigen manier om met de veranderingen die door dementie ontstaan. Sommigen zijn er open over en zijn bereid erover te praten, anderen zullen hun uiterste best doen om de problemen die ze hebben te verbergen.
Naarmate de ziekte vordert zal de persoon met dementie steeds minder besef van de ziekte krijgen.

- Door dementie worden mensen agressief 

Mensen met dementie kunnen agressief worden door onmacht en onbegrip, maar agressie komt relatief weinig voor bij dementie patiƫnten.
Wilt u meer weten over agressie en dementie? klik dan hier

Monika Eberhart





Bron: http://www.dementiasupport.ca/alzheimers-disease-and-dementia/dementia-myths/
Foto: <a href="https://creativecommons.org/licenses/by-nc-sa/2.0/">(license)</a>

zondag 17 januari 2016

Als de dood dichterbij komt

Op een dag gaan we allemaal dood, niemand uitgezonderd. Iedereen beleeft doodgaan op zijn/haar eigen manier. Althans, dat denk ik want ik heb het nog niet meegemaakt. 



Mensen met dementie gaan vaak dood aan ziekte gerelateerde oorzaken, zoals b.v. longontsteking, niet meer kunnen slikken, stoppen met eten en drinken, doorligplekken, hartfalen e.d. Maar er zijn ook  mensen met dementie die uiteindelijk doodgaan aan de ziekte zelf. 
Ik heb wel eens mensen met gevorderde dementie gezien waarbij je aan de blik in de ogen kon zien dat het einde aan het naderen was. Aan de blik die er eigenlijk niet was.
Als iemand langzaam aan het doodgaan is kan je het aankomende einde herkennen. 

Het sterfproces

Het sterfproces begint al ruim voordat de persoon daadwerkelijk sterft. De persoon die terminaal is bereid zich op zijn/haar eigen manier voor op de aankomende dood. Ook mensen met dementie doen dit op hun eigen manier, al kunnen zij dit niet duidelijk maken aan de mensen om hen heen. Hoe de reis naar de dood ook verloopt, iedereen bereikt uiteindelijk hetzelfde doel. 

Het sterfproces begint een tot drie maanden voor de dood. De stervende begint zich langzaam terug te trekken in een eigen wereld. Maakt steeds minder contact met de omgeving en kruipt weg in de eigen cocon. Ook mensen met dementie doen dit. Ze krijgen een lege blik in de ogen en hebben minder behoefte aan eten en drinken. Dit komt omdat het lichaam aan het afbouwen is en geen bouwstoffen meer nodig heeft. 
De stervende zal steeds meer slapen geen behoefte meer hebben aan activiteiten of sociale interactie. Zowel de hersenen als het lichaam hebben steeds meer behoefte aan rust. 
We willen vaak dat mensen aan het einde van hun leven nog eten en drinken, maar waarom? Het lichaam heeft het niet meer nodig en de stervende heeft er geen behoefte aan en ervaart er ook geen nadelige gevolgen van. 

Een a twee weken voor het overlijden

Geestelijke veranderingen

In deze fase zal de stervende het grootste deel van de tijd slapen. DesoriĆ«ntatie in tijd en plaats kan zich voor gaan doen en hallucineren komt in deze fase ook voor. De stervende kan opeens gaan praten met mensen die er niet zijn, vaak zijn het mensen die al overleden zijn. Sommige mensen zien deze communicatie als overstap van dit leven naar een andere wereld. 
Bewegingen die de stervende in deze fase maakt lijken doelloos en zijn voor omstanders niet te begrijpen. Deze bewegingen hebben te maken met het loslaten van het leven.

Lichamelijke veranderingen

Het lichaam krijgt steeds meer moeite om zichzelf te onderhouden. Een aantal veranderingen zijn duidelijk waar te nemen:

- De lichaamstemperatuur wordt lager
- De bloeddruk daalt
- De polsslag wordt onregelmatig
- De stervende kan meer gaan transpireren
- De kleur van de huid verandert (doordat er minder doorbloeding is)
- Lippen en nagels worden bleek
- Ademhaling verandert, wordt sneller 
- Spraak vermindert en verdwijnt uiteindelijk


Een paar dagen voor de dood

De dood komt steeds dichterbij. De stervende kan opeens heel energiek worden. Wil misschien uit bed stappen en met mensen gaan praten, of kan om eten en drinken gaan vragen terwijl daar helemaal geen behoefte meer aan was. Deze opleving is van korte duur en verloopt bij elke stervende anders. 
De ademhaling wordt nu onregelmatig, langzaam en snel wisselt elkaar af of het stopt af en toe even. 

In deze fase kunnen handen en voeten vlekkerig en paarsachtig worden. Deze verkleuring loopt langzaam door naar de armen en de benen. Lippen en nagels kunnen ook paars worden. 
De stervende geeft geen reactie meer, kan de ogen open of half open hebben maar maakt geen visueel contact meer met de omgeving. 
Er wordt gezegd dat het gehoor tot het einde blijft functioneren en daarom het advies om als naasten en dierbaren tot het laatst tegen de stervende te blijven praten. 

Uiteindelijk zullen ademhaling en hart stoppen en is de stervende overleden. 

Monika Eberhart 


maandag 11 januari 2016

Wat niet te doen in de omgang met mensen met dementie

In de omgang met mensen met dementie zijn heel veel do's, maar er ook een aantal don'ts. Soms doen we dingen met de beste bedoelingen, maar hebben ze een averechtse uitwerking.

Hier een aantal tips van dingen die beslist vermeden moeten worden.



Niet doen: 

Negeren

Omdat een situatie soms ongemakkelijk kan zijn lijkt de beste oplossing om de persoon met dementie te negeren. Het is beter om aangepast aan het niveau van de ander proberen te communiceren. Het hoeft geen diepgaand gesprek te zijn, een blik, korte begroeting, glimlach is al voldoende. Iedereen heeft recht op respect, waardering en aandacht. 

Kinderlijk benaderen

Mensen met dementie zijn altijd volwassen mensen en dienen als volwassenen behandeld te worden, ongeacht de fase waarin ze zich bevinden.
Kinderlijke stem opzetten, te dichtbij komen, het kan vernederend en intimiderend zijn. Zelfs als je samen kinderliedjes zingt kun je dit op een volwassen manier doen, met je normale stem en zonder kinderlijke bewegingen. Blijf oog houden voor de volwassene die je voor je hebt en bewaar kinderlijke benadering voor kleine kinderen.
Gebruik ook geen verklein woorden zoals b.v. neem een hapje, we gaan een plasje doen, zullen we de haartjes kammen. Niet doen. 

Koosnaampjes gebruiken

Het gebruik van koosnaampjes is weggelegd voor de mensen die het dichtst bij de persoon met dementie staan, dus de ouders, partner, kinderen, beste vrienden e.d. Professionals en andere betrokkenen kunnen beter de persoon bij naam noemen. Begin altijd bij de achternaam, als de ander erop staat bij de voornaam genoemd te worden dan is het goed om dit ook te respecteren. 

Er vanuit gaan dat de verwarring continu is

Mensen met dementie zijn niet 24 uur per dag verward, ze hebben op de meest onverwachte momenten een helder moment. Het gaat met ups en downs. Ga er dus niet vanuit dat niets meer klopt van wat de persoon met dementie vertelt. Ga mee in de beleving en het verhaal, later zal vanzelf blijken of het klopte of niet.
Ga er ook niet vanuit dat het geen zin heeft om iets te vertellen of te ondernemen omdat ze verward zijn.
Kies er ook niet voor om maar niet meer op bezoek te gaan omdat je denkt dat ze het bezoek toch weer vergeten. 

Testen

Niets is erger dan steeds getest te worden op je kennis en kunde. Vragen als: weet u mijn naam nog? welke dag is het vandaag? wat heeft u net gegeten? welke maand is het?. Dit zijn vragen die je niet steeds moet stellen aan iemand met dementie, vooral niet als je merkt dat de ander het echt niet meer weet. 
Stel jezelf als het moet elke dag opnieuw voor, maar help niet herinneren door met goede bedoelingen te zeggen: Ik was hier vorige week nog! U weet het vast nog.......

Praten over

Praat niet over, maar met de persoon met dementie. Het is net zoals met iemand in een rolstoel, dan praat je ook niet met de duwer maar je richt je tot de persoon die erin zit. Mensen met dementie zijn niet per definitie doof, ze kunnen het horen als er over ze gepraat wordt en trekken hun eigen conclusies over wat ze horen. Daarbij raak je ze emotioneel en kun je ze verdrietig maken. 

Focussen op onmogelijkheden

Richt je niet op wat mensen niet meer kunnen, maar kijk naar wat ze nog wel allemaal kunnen en stem daar je activiteiten op af. Geef complimenten als dingen lukken en goed gaan. Een kleurplaat die ingekleurd is met een kleur is ook mooi, alleen al vanwege het feit dat het gelukt is om het in te kleuren. Het is niet van belang dat de persoon met dementie niet meer weet dat het met verschillende kleuren ingekleurd moet worden. 

Er vanuit gaan dat slecht gedrag een keuze is

Dwalen, boos worden, knoeien, herhalen, zeuren, vragen en nog eens vragen. Het is allemaal gedrag dat veroorzaakt wordt door de ziekte in het hoofd en niet omdat de persoon die dementie heeft hier bewust voor kiest. Het gedrag is niet te corrigeren, dus ook niet proberen. Het is wel mogelijk af te leiden en het te accepteren. 

Wel doen:

De ander behandelen zoals je zelf behandeld wilt worden

Probeer bij elke keuze die je maakt in communicatie of behandeling van iemand met dementie te bedenken hoe je het zelf zou vinden als je op die manier behandeld zou worden. 
Respect is het magische woord!

Monika Eberhart





photo credit: 1311_PET-DOG-73-Edit via photopin (license)