woensdag 28 december 2016

Mantelzorger zorg ook voor uzelf

Voor mantelzorgers van mensen met dementie is het vaak een vanzelfsprekendheid om voor hun naaste met dementie te zorgen. Liefde en zorg verleggen de grenzen van zelfzorg. Overbelasting sluipt er langzaam in en het komt te vaak voor dat mantelzorgers er te laat achter komen dat ze overbelast zijn. 


Tips om voor jezelf te zorgen tijdens de zorg voor iemand met dementie 


- Ken uw grenzen -  Het is belangrijk om niet te vergeten dat u gewoon een mens bent en niet alles alleen kunt doen. Er is een grens aan het kunnen. Focus op wat u kunt en accepteer wat u niet kunt doen.

- Maak een prioriteitenlijst -  Maak een lijst van belangrijke en minder belangrijke dingen die u moet doen. Zet de belangrijke zaken bovenaan en vergeef uzelf als de minder belangrijke zaken niet lukken. Ze zijn niet voor niets minder belangrijk.

- Vergelijk uzelf niet met anderen -  Probeer uw eigen situatie niet te vergelijken met die van anderen. U kunt dan het gevoel krijgen dat anderen hun situatie beter aankunnen dan u, maar elke situatie is anders en staat op zichzelf. Elk huisje zijn kruisje luidt het gezegde. U kunt tegen dingen aanlopen die u moeilijk vindt en bij anderen makkelijk lijken, maar anderen kunnen het omgekeerde ervaren.

- Ga de confrontatie aan met uw gevoelens -  Het is belangrijk om te herkennen wat u voelt en waarom u het voelt. Accepteer negatieve gevoelens, u bent hier niet alleen in. Negatieve gevoelens bij de zorg voor iemand met dementie zijn normaal, het overkomt iedereen. Het is een moeilijke en zware ziekte. U bent geen slecht mens omdat u wel eens negatieve gevoelens hebt. U zult beter met die gevoelens om kunnen gaan als u het herkent en het van uzelf accepteert.

- Voelt u zich gefrustreerd? Probeer erachter te komen hoe dit komt - Wilt u teveel doen? Krijgt u niet de hulp die u nodig hebt? Als u weet wat de reden van frustratie is dan zult u beter in staat zijn om naar oplossingen te zoeken.

- Praat over wat u bezig houdt - Praten is vaak de eerste stap om te leren omgaan met emoties. Het lijkt simpel en onbelangrijk, maar u zult zich minder geïsoleerd en gestrest voelen en het kan helpen om evt. problemen vanuit een ander perspectief te zien.
Uw gevoelens opproppen maakt problemen groter en dat is slecht voor uzelf en voor de persoon waar u voor zorgt.

- Praat met andere mantelzorgers  - Praten over uw ervaringen met andere mantelzorgers heeft het voordeel dat u dan ook tips en ervaringen van anderen krijgt. Daarbij zult u het best begrepen worden door mensen die in een vergelijkbare situatie zitten, gelijkgestemden. Er bestaan forums en andere contactgroepen waar u lid van kunt worden om ervaringen uit te wisselen.

- Betrek familie en vrienden bij de zorg voor de naaste met dementie - Door anderen te betrekken bij de zorg voor de naaste met dementie krijgt u de mogelijkheid om af en toe vrij te nemen en iets voor uzelf te gaan doen. Hierdoor kunt u zich weer opladen en heeft u meer energie om zorg te bieden. Het is belangrijk om regelmatig, op wekelijkse basis, tijd voor uzelf te nemen.

- Durf om hulp te vragen - Schroom niet om hulp in te schakelen als u het nodig heeft. U hoeft het niet alleen te doen. Als het voor vrienden en familie moeilijk is om te helpen schakel dan vrijwilligers in, dit kan via vrijwilligersorganisaties die in veel gemeentes aanwezig zijn. Er bestaan ook websites waar u op zoek kunt gaan naar een vrijwilliger om u te helpen.

- Focus op het positieve - Er zijn ook positieve kanten aan het zorgen voor een naaste met dementie. U haalt er voldoening uit door te zorgen voor iemand waar u van houdt. Bedenk dat de ander dankbaar is voor uw hulp, ook als dit niet tot uiting gebracht kan worden door de invloed van de dementie.
U kent de persoon met dementie het beste, hierdoor bent u de aangewezen persoon om te helpen. Niemand kan zoveel juiste zorg bieden als u.
Schrijf de leuke dingen op die u meemaakt met de naaste met dementie en lees deze af en toe terug.

- Neem een timeout - Probeer zorg te regelen voor een paar dagen, b.v. een weekend. Soms zijn er zorghotels waar mensen met dementie tijdelijk kunnen verblijven, of u vraagt een vriend of familielid om te gaan logeren bij de persoon met dementie. Gebruik dan de dagen die u vrij bent om iets te doen waar u zelf blij van wordt, die lange wandeling, naar die ene film gaan, dat boek lezen dat er al zo lang in de kast ligt, een avond uitgaan met vrienden e.d.

- Voor uzelf zorgen - Ongeacht hoe u zich voelt, het is van cruciaal belang om goed voor uzelf te zorgen. Alleen in gezonde toestand kunt u voor een ander zorgen.



  • Probeer elke dag gezond te eten volgens de schijf van vijf. Eet elke dag fruit en groente en drink voldoende (1 a 2 liter per dag)
  • Probeer genoeg te bewegen, neem de trap i.p.v. de lift, ga wandelen of fietsen. Ga naar de sportschool of kies een sport die u leuk vindt en sluit u daarbij aan. 
  • Besteed aandacht aan uw interesses en hobby's. 
  • Slaap genoeg, niet te weinig en ook niet teveel. Slaap is nodig voor het herstel van het lichaam en de hersenen. U moet voldoende opladen om de volgende dag weer fit te zijn. Zeven a acht uur slapen is ideaal voor volwassenen. 
  • Heeft u zelf een beperking? zorg dan dat u zelf voldoende hulp krijgt zodat niet al uw energie opgaat aan zorgen voor uzelf. 
  • Als u de persoon met dementie ook lichamelijk moet helpen, probeer dan om uw eigen lichaam niet te overbelasten. Vraag evt. een ergocoach of fysiotherapeut om tips hoe u het beste lichamelijke ondersteuning kunt bieden zonder uw eigen lichaam te overbelasten of te beschadigen. Rugproblemen ontstaan sneller dan u zou denken. 
- Durf pauze te nemen - Neem pauze als u voelt dat u het nodig hebt. Neem een kop thee, lees de krant, maak een korte wandeling, bel een vriendin, scroll door social media. Doe in ieder geval iets korts voor uzelf waarvan u vindt dat u het nodig hebt. 


Als het allemaal echt niet meer gaat

Schakel hulp in. In de meeste gevallen kan dit via de huisarts, deze weet de weg naar professionele hulp voor u te vinden en kan u de juiste handvatten geven om hulp te regelen.


Mantelzorger

Ik ben een mantelzorger,
nooit om gevraagd, zomaar de rol gekregen.
Ik wijs je de weg, geef je een arm,
ik hou je vast, ik hou je warm.

Ik ben een mantelzorger,
ik bestudeer je verdriet.
Af en toe en stiekem,
zonder dat jij het ziet

Ik volg je over elke gang,
uren en dagenlang.
Ik help je met eten, drinken,
douchen en slapen gaan.

Ik ben een mantelzorger.
Ook al ken jij mij niet meer
Ik blijf je vertroetelen
Elke dag, keer op keer

Ik ben een mantelzorger,
maar ik ben ook jouw vrouw
Ik weet dat jij dat telkens vergeet.
Toch hoop dat als ik je aanraak,
dat je het dan voelt en toch,
toch heel eventjes weer weet.




Monika Eberhart 




Bron: www.alzheimers.org.uk
photo credit: dolbinator1000 Getting Some Perspective via photopin (license)

zaterdag 26 november 2016

Slaapritmestoornis bij mensen met dementie

Mensen met dementie kunnen moeite gaan krijgen met een goed dag en nachtritme. Mantelzorgers krijgen dan te maken met een slechte nachtrust omdat hun naaste met dementie niet kan slapen en aandacht nodig heeft. 

De wetenschap weet niet precies wat de oorzaak is van slaapritmestoornis bij dementie. Uit sommige onderzoeken is wel gebleken dat ongeveer 20% van de personen met dementie aan het einde van de dag meer last krijgt van verwardheid, onrust en angst. 

Factoren die van invloed kunnen zijn op slaapstoornis


- Oververmoeidheid aan het einde van de dag.
- Een verstoorde biologische klok. 
- Te weinig licht en teveel schaduw,hierdoor ontstaat angst en verwarring omdat er geen herkenning is.
- Nonverbale irritatie van mantelzorgers door overbelasting. Dit kan bij de persoon met dementie onrust geven omdat ze aanvoelen dat er iets is, maar het niet kunnen plaatsen. 
- Slecht slapen omdat dromen en werkelijkheid niet meer onderscheiden kunnen worden.
- Minder behoefte aan slaap. Dit komt vaak voor bij oudere mensen, met en zonder dementie.




Omgaan met slaapstoornis


Houdt de woning goed verlicht: Genoeg licht helpt om de omgeving herkenbaar te houden. Als het te donker is dan kunnen mensen met dementie niet identificeren wat ze zien en worden ze onrustig en angstig. Dimlicht is gezellig, maar geeft teveel schaduwen in de woning. 

Zorg voor een comfortabele en veilige slaapomgeving: Zorg voor een prettige kamertemperatuur, niet te warm en niet te koud. 
Plaats kleine lampjes met sensoren die aan gaan als de persoon met dementie opstaat. 
Zorg voor goed afsluitbare ramen en deuren zodat het veilig voelt.
Gebruik deur sensoren die waarschuwen als iemand gaat dwalen. 

Zorg voor structuur: Biedt structuur aan. Laat elke dag ongeveer hetzelfde verlopen door vaste tijden van opstaan, eten, rusten, bewegen en naar bed gaan. 

Voorkom teveel stimulering en zware avondmaaltijd: Nicotine en alcohol zijn stimulerend, probeer het gebruik ervan te voorkomen of te minimaliseren. 
Biedt de zwaarste maaltijd tussen de middag aan en geeft licht verteerbaar eten aan het einde van de dag. 

Plan activiteiten: Hoe meer rust mensen overdag hebben hoe slechter ze 's nachts zullen slapen. Biedt activiteiten aan in plaats van middagdutjes. 
Plan afspraken zoals kapper, dokter, pedicure e.d. in de middaguren.
Stimuleer bewegen tot vier uur voor het slapen gaan. 
Kies voor activiteiten die de persoon met dementie voor de ziekte ook deed en probeer deze, eventueel aangepast, uit te voeren. 

Voorkom teveel prikkels in de avonduren: Kies voor rustige avonden en voorkom drukke televisie, luide muziek, bezoek, lawaai, activiteiten e.d. 
Zet rustige televisieprogramma's op, luisteren naar klassieke of andere rustige muziek. Dim langzaam de lichten. 

Zorg als mantelzorger goed voor uzelf: Een overbelaste en gestreste mantelzorger kan minder goed voor de naaste met dementie zorgen en draagt onbewust de eigen stress over op de ander. Neem daarom zelf op tijd uw rust en afstand van uw naaste met dementie. Plan dagen of uren in waarin u alleen met uw eigen behoeftes bezig bent.  

Deel ervaringen met anderen: Zoek steun bij mensen in dezelfde situatie. Op die manier kun je tips met elkaar uitwisselen en nieuwe ideeën opdoen. 

Schroom niet om naar een dokter te gaan: Leg het slaapprobleem voor aan de huisarts. 
De huisarts kan achterhalen of de slaapproblemen worden veroorzaakt door lichamelijke problemen. 


Monika Eberhart 



photo credit: Massimo Accarino via photopin (license)

zaterdag 12 november 2016

Wacht niet tot het een gedwongen opname moet worden

We klagen in Nederland vaak over de zorg. Het is te duur, er wordt teveel bezuinigd, ouderen worden aan hun lot overgelaten, verzekeringen zijn onbetaalbaar, we moeten terug naar het ziekenfonds enz. enz. Allemaal waarschijnlijk waar en herkenbaar voor velen.
Toch is de zorg in Nederland, als je het vergelijkt met andere landen in de wereld, niet zo slecht als het lijkt.

Zorg voor mensen met dementie 


In veel landen (vaak de armere landen) worden mensen met dementie aan hun lot overgelaten, de ziekte wordt vaak niet eens herkent. De persoon met dementie wordt ergens in huis opgesloten en de familie zorgt voor de basiszorg. Als de persoon met dementie pech heeft bestaat het leven uit zwerven op straat en bedelen. 
Er bestaan landen waar men zich nog schaamt voor het familielid met dementie, daar wordt er niet over gepraat en de persoon met dementie krijgt al snel de stempel "gek". 

Als je naar Nederland kijkt dan heeft ons land een verscheidenheid aan zorg te bieden voor mensen met dementie:

De huisarts Het eerste aanspreekpunt bij vermoeden van dementie. De huisarts helpt u verder naar de juiste zorg.

Casemanager dementie De casemanager komt bij u thuis en kan u helpen met alle vragen omtrent de zorg voor uw naaste met dementie. Het is uw aanspreekpunt en tussenpersoon tussen uzelf en de instanties die u kunnen helpen.

Dagopvang voor mensen met dementie Om zolang mogelijk thuis te kunnen blijven wonen is er de dagopvang voor mensen met dementie. U kunt een aanvraag indienen bij uw gemeente en zij geven een wmo indicatie af voor een aantal dagdelen om een dagopvang te bezoeken. De indicatie hangt af van de hoogte van de hulpvraag en de capaciteit van de mantelzorg in de directe omgeving van de persoon met dementie.

Thuiszorg In Nederland is er thuiszorg, mensen die thuis komen helpen als er zorg nodig is. Ik geef toe dat er flink op bezuinigd wordt, maar het is nog steeds mogelijk om hulp te krijgen.

Mantelzorg Mensen die dicht bij de persoon met dementie staan kunnen helpen bij de zorg, In de meeste gevallen komt mantelzorg neer op partner of kinderen.

Mantelzorgondersteuning De mantelzorg kan bij verschillende instanties terecht om hulp te vragen bij het bieden van zorg aan de naaste met dementie.




Als het met bovenstaande steun niet meer lukt


Al is de zorg thuis nog zo goed en de liefde nog zo groot, er komt een moment dat zorgen voor iemand met dementie te zwaar wordt. De persoon met dementie gaat nu eenmaal achteruit, de een sneller dan de ander. 

Als de mantelzorger aangeeft dat het echt niet meer gaat dan zal de hulpverlener, meestal de casemanager, adviseren om eens te kijken naar de mogelijkheid om de naaste met dementie op te laten nemen, hetzij in kleinschalig wonen of in een verpleeghuis. In de regel is dit het laatste wat een mantelzorger wil, je partner of ouder op laten nemen voelt als in de steek laten, als verraad en als falen. 

Het is te begrijpen dat mantelzorgers hun naaste met dementie zo lang mogelijk thuis willen houden, maar soms is het juist schadelijk voor alle partijen om dit kost wat het kost door te zetten. 
Door het verleggen van grenzen ontstaat er een overbelasting van de mantelzorger die de mantelzorger zelf niet meer ziet:

- Geen tijd meer om zelf dingen te ondernemen
- Gebroken nachten door dwalen van de naaste met dementie 
- Geen geduld meer door aandacht die 24/7 gevraagd wordt
- Lichamelijke klachten ten gevolge van stress
- Lagere weerstand door overbelasting, dus sneller ziek
- Steeds vaker ruzie met de persoon met dementie door oververmoeidheid
- Een burn out ligt op de loer omdat men nooit meer tot echte rust komt
- Vaker verwijten naar de persoon met dementie door vermoeidheid
- In een sociaal isolement raken omdat er geen tijd meer is om in contacten te investeren

Ook voor de persoon met dementie zijn er gevolgen bij het verleggen van grenzen:

- Meer dwalen omdat men zich niet begrepen voelt
- Agressie naar de naasten door wanhoop
- Niet meer willen eten
- Geen hulp bij persoonlijke verzorging willen accepteren
- Geen activiteiten meer doen omdat de mantelzorger de energie niet meer heeft om erin te investeren
- Steeds meer terugtrekken in een eigen wereld
- Snellere achteruitgang van de ziekte ten gevolge van stress

Opname kan soms echt de beste oplossing zijn


Ik wil vooral geen reclame maken voor verpleeghuizen en kleinschalig wonen. Ook ik ben groot voorstander van zo lang mogelijk thuis blijven wonen, maar als het echt niet anders kan dan zou ik toch adviseren om te gaan kijken naar de mogelijkheden die er zijn om de persoon met dementie helder te laten wonen.
Er zijn veel instellingen in Nederland waar de zorg voor mensen met dementie heel goed is, waar personeel met veel liefde voor uw naaste zal zorgen.  

Kleinschalig wonen is een woonvorm die je steeds meer tegenkomt in Nederland. Het is kleinschalig omdat mensen met groepen van ongeveer 8 bewoners bij elkaar wonen (dit verschilt per instelling). Iedereen heeft een eigen kamer en badkamer en mensen delen de woonkamer en keuken met elkaar. Het doel is om het leven zoals het thuis was zoveel mogelijk voort te laten bestaan op een andere veilige plek. 
Sommige huizen zijn gesloten (dan zit er een code op de deur) en andere open. 
Binnen kleinschalig wonen is het doel om als gezin bij elkaar te wonen. Iedereen heeft recht op het eigen stuk leven en daarnaast wordt er samen gekookt, gegeten en activiteiten uitgevoerd. Dit alles met nauwe betrokkenheid van mantelzorgers. 

Wonen in een verpleeghuis houdt vaak in dat mensen met dementie terecht komen op een gesloten afdeling. De gesloten afdelingen zijn tegenwoordig zo ingericht dat mensen hier ook een eigen kamer hebben, vaak met eigen sanitair maar niet altijd. Gesloten betekent dat mensen zelf niet weg kunnen. Mensen kunnen wel met begeleiding op pad. 
In het verpleeghuis wonen ongeveer 8 mensen per afdeling (dit verschilt per verpleeghuis) en, net als bij kleinschalig wonen, is er een woonkamer en keuken waar mensen tijd met elkaar doorbrengen en waar geprobeerd wordt om het zo huiselijk mogelijk te maken. Hier vinden ook de groepsactiviteiten plaats. 
Net als bij kleinschalig wonen wordt betrokkenheid van de mantelzorg gewaardeerd. 



Wacht niet tot het gedwongen opname moet worden


De liefde voor de naaste met dementie kan zo groot zijn dat de mantelzorg niet de knoop tot opname kan doorhakken. Dit heeft dan tot gevolg dat het op een gegeven moment een gedwongen opname moet worden. Omdat het thuis echt niet meer gaat. 

Als de persoon met dementie de *BOPZ geweigerd heeft dan kan er een beroep gedaan worden op een rechter die de beslissing neemt om de persoon met dementie op te laten nemen. Als deze beslissing eenmaal genomen is dan moet de opname met spoed plaatsvinden en soms gaat dat met dwang en met behulp van politie. Het is voor zowel de persoon met dementie als voor de naaste een nare en traumatische ervaring. 

Omdat er te lang gewacht is kan men vaak niet meer kiezen voor een bepaalde kleinschalig wonen instelling of verpleeghuis en vindt de opname plaats op een plek waar op dat moment toevallig plaats is. Dit kan in het meest ongunstige geval ver van huis zijn en op een plek waar men (als men had kunnen kiezen) de naaste niet naartoe had laten gaan. 

Gedwongen opname is vaak een gevolg van niet meer te handelen gedrag van de persoon met dementie of een zorgzwaarte die niet meer te dragen is door de mantelzorger. 
De persoon met dementie kan b.v agressief zijn, of vormt een gevaar voor zichzelf en/of voor anderen.  

Wacht niet tot iemand gedwongen opgenomen moet worden, maar ga op tijd op zoek naar een geschikte plek waar de naaste met dementie zou kunnen gaan wonen als het thuis niet meer gaat. Kies voor een plek die intuïtief prettig voelt en waar u denkt dat uw naaste zich thuis gaat voelen. 
Steek tijd en energie in het zoeken van een goede woonplek. Ga van tevoren samen op bezoek bij de instelling naar keuze en maak kennis met de mensen die daar wonen en werken.
Luister naar de adviezen van de casemanager en andere betrokkenen die te maken hebben met de zorg voor uw naaste met dementie. Zorgverleners zijn emotioneel minder verbonden aan de persoon met dementie waardoor ze beter in staat zijn om objectief te oordelen over de zwaarte van de zorg. 

Voel u niet schuldig als u kiest voor opname, maar bekijk het vanuit de positieve kant. Uw naaste met dementie krijgt professionele zorg en u kunt er elke dag naartoe gaan om samen wat tijd met elkaar door te brengen. Daarnaast krijgt u zelf meer ruimte voor uw eigen leven, wat u waarschijnlijk ook had voordat uw naaste ziek werd, en hierdoor hebt u meer energie om aandacht te besteden aan de persoon met dementie. In elke relatie hebben mensen behoefte aan een stuk eigen leven, dus ook in de relatie met de naaste met dementie.  

Alleen als u goed voor uzelf zorgt kunt u goed voor een ander zorgen. 

Monika Eberhart 



*BOPZ:  
Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz) Meer informatie



dinsdag 18 oktober 2016

Ik heb Alzheimer


Mevr. Esdoorn is 69 jaar en heeft Alzheimer. Twee jaar geleden werkte haar hoofd nog prima en had ze een mooi leven samen met haar man Martin en hun twee honden. Kinderen hebben ze niet, de honden zijn hun kinderen. 
Mevr. Esdoorn komt sinds een half jaar, drie dagen per week, naar het dagactiviteitencentrum voor mensen met dementie. 




Het is koud buiten, de herfst is begonnen. Mevr. Esdoorn wordt, zoals altijd, door haar man gebracht. Terwijl hij zijn vrouw begeleid kijkt hij mij vragend aan en zegt zachtjes "Ze heeft een moeilijke dag vandaag" Ik knik begripvol en geef haar een hand.
-"Goedemorgen Karin, wat leuk dat je ons weer komt bezoeken!"
-"Oh ja?" antwoord ze wantrouwend en kijkt mij doordringend in de ogen aan.
Persoonlijk heb ik heel veel moeite met ouderen tutoyeren, maar na al die jaren werken met mensen met dementie heb ik geleerd dat je het moet respecteren als de ander erop staat. Mevr. Esdoorn wil heel graag bij haar voornaam genoemd worden en we merken dat ze dingen ook sneller begrijpt als we haar bij haar voornaam aanspreken. Misschien is het vertrouwder voor haar.

Ik sla mij arm om Karin heen en vraag hoe het met haar gaat. "Niet zo goed, ik heb Alzheimer!" zegt ze resoluut. "Dat is niet leuk, zullen we samen koffie gaan drinken? dan kun je mij er meer over vertellen". Karin gaat wantrouwend akkoord, ze blijft me aankijken. Haar man neemt snel afscheid en gaat er vandoor.

Als ik Karin uit haar jas help laat ze me nog een keer weten dat ze Alzheimer heeft. Ze zegt dat ze dat helemaal niet leuk vindt en dat ze er verschrikkelijk van baalt. Ze is duidelijk boos op zichzelf.
Ik begeleid Karin naar haar stoel aan de tafel waar al een aantal mensen aan de koffie zitten. Ze herkent haar vriendin, een andere bezoekster die hier op dezelfde dagen als Karin komt. Ze gaat naast haar zitten.
- "Hoi!, hoe gaat het met je?"
- "Goed hoor, me jou? We zijn er weer he?".
- "Ja, zeg dat wel. We zijn er weer".
-" Ze hebben hier lekkere koffie"
-" Ja, heel lekker"
-" Doe er maar melk in"
-" Deze? erin doen?, hierin?"
-" Ja, doe maar"
-" Zo goed? doe ik het goed?"
-" Je doet het goed. Nu een klontje suiker"
-" Deze? voor mij?"
-" Ja, doe maar in je kopje"
-" Zo? erin doen?"
-"Ja, helemaal goed. Nu roeren"
Karin volgt alle tips op en neemt dan een slok van haar koffie. Karin weet zelf niet meer wat ze met melk en suiker moet doen, ze heeft daar hulp bij nodig en haar vriendin helpt haar trouw. Tot er een dag komt dat zij het ook niet meer weet......

Als ik even later door de gang loop komt Karin achter me aan. "Mag ik met je praten? Ik heb Alzheimer" zegt ze zachtjes. Ik geef haar een arm en besluit om met haar buiten te gaan wandelen.
Samen lopen we in het herfstzonnetje in de tuin. Ik luister naar Karin die wederom vertelt dat ze Alzheimer heeft. Ze kan heel veel dingen niet meer, weet niet hoe ze naar de wc moet gaan, hoe ze haar brood moet smeren, dat ze soep met een lepel moet eten........ze kan heel veel niet meer. Maar, Karin weet wel heel goed dat ze een ziekte in haar hoofd heeft, Alzheimer. Ze wil daar graag over praten en zit erover in dat haar gedrag zo verandert is. "Ik schreeuw veel en ben vaak boos" zegt ze. "Het is niet leuk".

Ik vertel aan Karin dat alle mensen die ons bezoeken Alzheimer hebben (ik besluit om het voor het begrip maar geen dementie te nomen). Karin kijkt me opgelucht aan "echt waar?, iedereen? jij ook?". "Nee, ik niet. Ik ben hier om leuke dingen met jullie te doen, met de mensen die bij ons op bezoek komen".
- "Hebben al die mensen hier Alzheimer?"
- "Ja allemaal, en ze kunnen er niets aan doen. Het is jullie allemaal overkomen en je moet er mee zien te leven".
- "Afschuwelijk. Maar als ik niet de enige ben, mag ik dan schreeuwen als ik daar zin in heb? Mag ik me anders gedragen?, mag ik anders zijn?"
- "Je mag vooral jezelf zijn, het is niet erg dat je gedrag niet meer zo is als vroeger. Door de Alzheimer ben je niet meer wie je was, maar je bent nog steeds Karin en als jij voelt dat je boos bent mag je dat natuurlijk laten weten"
- "Dus ik mag schreeuwen?".
- " Je mag hier in de tuin best even schreeuwen als je daar behoefte aan hebt. Maar, ik zou het niet binnen doen waar andere mensen om je heen zijn. Ze zouden kunnen schrikken en niet begrijpen wat er aan de hand is. Ze hebben ook Alzheimer en misschien snappen ze niet waarom jij schreeuwt".
Karin kijkt met lang aan en zwijgt.

We gaan weer samen naar binnen en de rest van de dag kletst Karin volop met haar vriendin, ze praten veel over Alzheimer. Haar vriendin leeft mee en zegt blij te zijn dat zij het niet heeft. Karin kijkt mij aan, ik kijk terug. We begrijpen elkaar, we delen nu een geheim samen. Ze hebben allemaal Alzheimer.

Als het tijd is om naar huis te gaan help ik Karin in haar jas.
-" Zeg jij het tegen Martin?" vraagt ze.
-" Wat moet ik tegen Martin zeggen, Karin?".
-" Dat ik Alzheimer heb, dan begrijpt hij misschien waarom ik zo anders ben. Zo anders dan ik was. Dat ze hier allemaal Alzheimer hebben en dat ik daarom steeds hierheen kom, om bij lotgenoten te zijn. Zeg jij het? Dat begrijpt hij het misschien.......





Als de schemer komt 

Als de schemer komt
de waas van onbegrip je omarmt
in het duister stemmen klinken
stemmen fluisteren, je bent verward. 

Als de schemer komt 
en je zoekt naar begrip
naar liefde, naar warmte 
naar de persoon die je was
naar jezelf.

Laat dan de schemer komen
accepteer je nieuwe zijn
diep van binnen, daar waar de warmte zit
daar ben je nog die vrouw van vroeger
je oude, vertrouwde ik.

Monika Eberhart 




   




photo credit: docoverachiever Grief-2.jpg via photopin (license)

zondag 9 oktober 2016

Dansen op de Stilte

Leestip! 


Kort geleden werd ik getipt over een nieuw boek over dementie, Dansen in de Stilte van Ingrid Schouten-Minten. Het boek gaat over het leven van een dochter die voor haar moeder met dementie zorgt. Zij beschrijft met name hoe het voelt om haar moeder bij te staan en in alles te begeleiden, terwijl langzaam maar zeker het ragfijn gesponnen web van dementie zich om haar moeder sluit. 



Ik kreeg het boek binnen op dinsdagavond en ik begon meteen te lezen. Ik had immers beloofd dat ik er mijn mening over zou geven en als ik dan niet meteen begin dan sluipt het druktevirus mijn lijf binnen en komt het er niet meer van. Na een paar bladzijdes had het boek mijn aandacht te pakken. Ik zou bijna schrijven: een feest van herkenning! Maar gezien het onderwerp is dat misschien niet gepast. Herkenning was er volop. Niet omdat ik zelf een dierbare met dementie heb, maar omdat ik al meer dan 20 jaar met deze doelgroep werk, de verhalen van de mantelzorgers hoor en het verdriet van een ieder die met de ziekte te maken heeft voel. 

Ingrid Schouten-Minten
Foto: Gerard Verhagen



Het boek is luchtig doch indringend geschreven. Humor en emotie wisselen elkaar af en het samenspel met gedichten verbindt je emotioneel met het verhaal.  Het is een aanrader voor iedereen die te maken heeft met een naaste met dementie, maar ook voor mensen die niet weten wat de ziekte inhoudt en er op een of andere manier mee te maken hebben, of te maken zullen krijgen. Het is een positieve bijdrage aan een dementievriendelijke samenleving. 



Een van de vele gedichten uit het boek:


Dementie 

De dromen die je droomt
behoren niet langer
meer toe aan de nacht

een ongekende kracht 
heeft zich meester gemaakt 
van jouw denken 
van jouw zo vertrouwde gezicht 
en neemt de stille dromen mee 
van de slapende nacht 
naar het heldere licht 

zo ongemerkt
subtiel en ongevraagd
werd de wereld die je kende 
voor altijd weggevaagd

dromen die je geest verwarren 
vertroebelen de tegenwoordige tijd
terwijl jij steeds verder weg
in donkere herinneringen glijdt ...



Het boek is geschreven door Ingrid Schouten-Minten. In onderstaand interview vertelt zij haar relaas over de dementie van haar moeder. 


Titel: Dansen op de Stilte 
ISBN: 978-90-812571-5-2
Prijs: € 14,95
Verkrijgbaar of te bestellen bij alle erkende boekhandels en bekende boekensites in Nederland en België.

Bij positieve verkoop zal er een bedrag geschonken worden aan Alzheimer Nederland !


Monika Eberhart 



maandag 3 oktober 2016

Eetproblemen bij mensen met dementie

Mensen met dementie, vooral ouderen, kunnen problemen krijgen met eten. Om verschillende redenen kan het voorkomen dat ze niet meer willen of kunnen eten.
Het is belangrijk om zo lang mogelijk zo gezond mogelijk te blijven eten, dit geldt ook voor mensen met dementie. Daarbij is het van belang om te kiezen voor eten waarbij gekauwd moet worden, kauwen is bewegen, bewegen is goed voor de hersenen.
Een voorwaarde om goed te kunnen kauwen is een gezond en pijnloos gebit.

Gezond gebit

Het is belangrijk op gebitsproblemen te herkennen. Deze problemen kunnen zich op verschillende manieren uitten:

- De persoon met dementie zit vaak aan de mond.
- Het gebit wordt steeds uit de mond gehaald.
- Er wordt steeds minder, bijna niets tot niets gegeten.
- Er ontstaat agressie, verwardheid, spanning en onrust zonder aanwijsbare reden.
- Moeizaam praten.

Bij vermoeden van gebitsproblemen is het verstandig om met de persoon met dementie naar een tandarts te gaan. Als daarna het probleem is opgelost dat is het belangrijk om het gebit gezond te houden. 

- Help de persoon met dementie minimaal 2x daags met het poetsen van het gebit.
- Maak bij een kunstgebit het gebit dagelijks schoon met groene zeep of een ander geschikt middel.
- Bewaar het gebit 's nachts droog in een afgesloten bakje.  
- Leg het kunstgebit 's een keer per week in een bakje water met schoonmaakazijn. 
- Biedt regelmatig water aan om de mond te spoelen.

Als het gebit gezond is dan is de volgende stap om te zoeken naar eten dat geschikt is voor mensen met dementie die moeite met eten hebben. 

Eten wordt geweigerd 

Mensen met dementie kunnen om verschillende redenen eten weigeren:

- Het gebit doet pijn. 
- Eten en drinken wordt door de ziekte vergeten. 
- Bestek wordt niet meer herkent.
- De persoon met dementie is vergeten hoe hij/zij moet eten. 
- Minder trek door leeftijd, minder bewegen, lage verbranding.
- Géén herkenning van hongergevoel.
- Medicatie die van invloed is op eetlust. 
- De persoon met dementie ruikt en/of proeft het eten niet meer.

Tips om mensen met dementie te stimuleren om te eten 

- Voorkom afleiding: Eet met elkaar op rustige momenten zonder afleiding van b.v. televisie, radio of activiteiten rondom de maaltijd. 

- Dek de tafel op een simpele manier: Zet niet teveel spullen op tafel, bord, glas drinken en te gebruiken bestek is voldoende.  Zorg ervoor dat het servies herkenbaar is. Zet geen witte borden op een wit tafelkleed, maar zorg voor contrasterende kleuren. 
Gebruik geen kleden, placemats of servies met patronen. Dat kan eten minder makkelijk herkenbaar maken. 

- Biedt een soort eten per keer aan: Als teveel verschillend eten op het bord voor verwarring zorgt, biedt het dan een voor een aan. Door elkaar mengen kan ook, maar zorg er dan wel voor dat het niet te fijn is zodat de persoon met dementie wel moet kauwen. 

- Wees flexibel in het aanbod: Het kan zijn dat de persoon met dementie iets niet meer wil eten wat hij/zij voorheen heel lekker vond. Biedt dat dan niet meer aan en probeer uit te vinden wat nog lekker gevonden wordt door verschillende dingen aan te bieden (niet allemaal tegelijk). 

- Neem de tijd: Geef de persoon met dementie alle tijd om te eten. Warm het eten evt. tussendoor op in de magnetron of gebruik een speciaal bord waarin eten warm blijft. 

- Eet samen: Zien eten doet eten. Eet met elkaar en neem zelf ook de tijd om te eten. 

- Biedt hulp met het bestek: Als de persoon met dementie het bestek niet meer herkent doe dan de vork of lepel in diens hand en maak samen de beweging naar de mond. Na een paar keer neemt de persoon met dementie de handeling over. 

- Fingerfood: Als eten met bestek helemaal niet meer lukt, biedt dan eten aan dat met de vingers gegeten kan worden. Grove zachte stukjes groente, aardappel en vlees. Op internet zijn recepten te vinden van fingerfood. Zoek via de zoekmachine en kies een gewenst recept uit.

-Zet tussendoor eten binnen handbereik: Zet schaaltjes gevuld met makkelijke hapjes binnen handbereik. B.v. schaaltjes of bordjes met stukjes kaas, worst, fruit e.d. Kies voor eten dat makkelijk met de handen te pakken is.



Energierijke voeding 

Biedt energierijke voeding aan en kies niet te snel voor mager eten. Alleen als de persoon met dementie overgewicht heeft is het belangrijk om op de calorieën te letten, maar meestal gaat het juist om mensen met dementie die door slecht eten afvallen. 
Natuurlijk is het belangrijk om binnen de marge van gezond eten te blijven, overdaad schaadt.

- Gebruik roomboter op brood en bij de maaltijd.
- Kies voor volle melk, yoghurt, kwart e.d. 
- Thee en koffie met suiker. 
- Biedt energierijke tussendoortjes aan. 
- Kies voor vette vissoorten zoals haring, makreel, paling, zalm.
- Kies voor vette vleessoorten zoals speklap, worst, slavink, varkensgehakt.

Maak tot slot geen probleem van het eten maar wees flexibel en houdt niet vast aan strenge vaste tijden om te eten. Biedt eten op een later tijdstip aan als het rond etenstijd niet lukt.

Als het echt niet lukt met eten bezoek dan een huisarts of een diëtiste en laat u informeren over de mogelijkheid van kant en klare drinkvoeding. Dat zijn kleine flesjes met drinken waar alle benodigde proteïnen, vitaminen en mineralen in zitten.


Monika Eberhart 






photo credit: davidmulder61 285/365 via photopin (license)
photo credit: amishsteve Dad via photopin (license)

dinsdag 13 september 2016

Hoogbegaafde senioren zonder en met dementie

De overheid stimuleert zorgaanbieders om te investeren in een betere kwaliteit van leven voor ouderen met dementie. Dit gebeurt o.a. met het project Waardigheid en Trots, dat financieel de mogelijkheid biedt om te investeren in passende zorg voor iedereen.

Helaas is er nog geen passende zorg voor hoogbegaafde senioren met dementie. Er is voor deze doelgroep weinig tot geen aanbod op de reguliere dagactiviteitencentra en in de verpleeghuizen.

Noks Nauta en Anita van der Drift hebben zich verdiept in het onderwerp hoogbegaafde senioren en hebben hier een leerzaam artikel over geschreven dat bij kan dragen aan een betere kwaliteit van leven voor senioren met dementie. 




Hoogbegaafde senioren
hebben behoefte aan zielsverwantschap en dagbesteding op maat.
Anita van der Drift en Noks Nauta
Wat is hoogbegaafdheid eigenlijk?

Hoogbegaafdheid is een set aan eigenschappen zoals snel
kunnen denken en verbanden kunnen leggen tussen complexe zaken. Een hoge algemene intelligentie is een onderdeel hiervan.
Een hoogbegaafde persoon is nieuwsgierig naar nieuwe dingen.
Hij/zij heeft een brede belangstelling of bijzondere hobby’s. Is vaak creatief.
Ook bij het oplossen van een probleem.
Een hoogbegaafde heeft vaak behoefte aan dieper gaande
gesprekken o.a. over levensvragen. Hij/zij is zeer gesteld op zijn of haar
autonomie.
Hoogbegaafdheid gaat vaak samen met een hogere sensitiviteit
en emotionele gevoeligheid.
Maar ook: hoogbegaafden voelen zich vaak anders dan de
mensen waarmee ze in het dagelijks leven contact hebben. Zij vinden daardoor
niet gemakkelijk aansluiting en voelen zich soms eenzaam.
2% tot 3% van de bevolking heeft een hoger IQ dan ca 130 en
blijkt kenmerken te hebben zoals hierboven beschreven.
Hoe ziet hoogbegaafdheid bij ouderen eruit?

Op basis van de kenmerken van hoogbegaafdheid in het
Delphi-model, hieronder beschreven, hebben we specifiek over oudere
hoogbegaafden een overzicht gemaakt van die kenmerken. Wat de positieve kanten
ervan zijn én hoe ze er in overdreven of ingezakte vorm uitzien. Deze manier
van benaderen is geïnspireerd op het boek van Jacobsen (1999).      
Delphi-model van hoogbegaafdheid

Een hoogbegaafde is
een snelle en slimme denker die complexe zaken aan kan. Autonoom, gedreven en
nieuwsgierig van aard. Een sensitief en emotioneel mens, intens levend. Hij of
zij schept plezier in creëren. (Kooijman – van Thiel, 2008)
Kenmerk (neutraal)
Positieve kanten
Overdreven
Ingezakt
Hoog intelligent (denken)
Snel begrip
Slaat stappen over; ergert zich aan anderen die hem of
haar niet snappen; kritisch en ‘betweterig’; geeft adviezen waar de ander
niet op zit te wachten.
Voelt zich dom; “dat is niks voor mij”.
Autonoom (zijn)
Zelfstandig
Eigenwijs, lastig, conflicten
Maakt geen contacten; Einzelgänger.
Rijk geschakeerd (gevoelsleven)
Genuanceerd
Te emotioneel; snel boos; snel huilen (?)
Onderkoeld; vlak.
Hoog sensitief (waarnemen)
Neemt veel en gedetailleerd waar
Last van veel prikkels (geluid, licht); snel geïrriteerd;
trekt negatieve aandacht.
Doet ogen dicht; valt vaak in slaap; doet hoortoestel niet
in. 
Gedreven, nieuwsgierig (willen)
Veel en brede belangstelling; bijzondere hobby’s;
verzamelt veel feiten én dingen
Niet te stoppen; wil aan alles meedoen, ook als men dit
niet meer kan.  
Ten onrechte soms als autistisch bestempeld. 
Heeft nergens meer zin in; 
apathisch; veel slapen. 
Scheppingsgericht (doen)
Produceert (creatief, wetenschappelijk)
Maakt dingen niet af; bemoeit zich met (verzorging van)
anderen.
Geen zichtbare hobby’s. 
Hoe werken hoogbegaafde hersenen?

Hier over zijn nog niet echt veel harde onderzoeksgegevens. We
weten niet zoveel maar het zou heel goed kunnen dat bovengemiddeld
begaafden en hoogbegaafden meestal een grotere neocortex én een fijnere, meer
vertakte bedrading in de hersendelen hebben. In het bijzonder de neocortex. Er
valt zodoende meer te doen en te regelen in de neocortex; impulsen kunnen
parallel en op meerdere niveaus tegelijk worden aangeboden, vergeleken, en
verwerkt, zo nemen wij aan.
Hoewel de neocortex verschillende specialisaties kent en je
in de hersenen gebieden kunt aanwijzen die deze specialisaties voor hun
rekening nemen, weten we niet waar bijvoorbeeld het creatieve denken is
gelokaliseerd. Dit geldt ook voor het analytische denken.
We nemen echter wel aan dat alle vormen van denken met
elkaar zijn verbonden.
Hoogbegaafdheid bij kinderen

Inmiddels weten we over hoogbegaafdheid bij kinderen een
aantal zaken die helpen om ze beter om te laten gaan met hun kenmerken. Er zijn
speciale programma’s op scholen om de hoogbegaafde kinderen op cognitief gebied
meer uit te dagen.
Ook op het emotionele en sociale vlak komt er voor hen
steeds meer aandacht.
Als hoogbegaafde leerlingen structureel te weinig uitdaging
krijgen, kunnen ze gaan onderpresteren. Het is van groot belang om dit tijdig
te signaleren en te voorkomen. Drs. Eleonoor van Gerven maakt onderscheid
tussen relatief en absoluut onderpresteren. 
(Van Gerven 2001, Drent & Van Gerven 2002) Bij relatief
onderpresteren dan zijn de resultaten van de hoogbegaafde minder dan op grond
van zijn vermogen verwacht zou worden, maar dan kan het alsnog op het
klassengemiddelde liggen. Bij absoluut onderpresteren zijn de resultaten van de
hoogbegaafde zelfs onder het klassengemiddelde.
Wat betreft de sociaal-emotionele ontwikkeling van
hoogbegaafden zijn er veel misverstanden. Veel leerkrachten vinden hun
hoogbegaafde leerling niet erg sociaal. Er kan inderdaad sprake zijn van
moeizame communicatie met klasgenoten, maar dat wil niet per definitie zeggen
dat de hoogbegaafde achterloopt. Onderzoek wijst uit dat kinderen met een
ontwikkelingsvoorsprong ook op sociaal gebied veelal voorlopen en dat daardoor
communicatiemisverstanden kunnen ontstaan. Ze hoeven in principe niet vaker
sociale en emotionele problemen te hebben dan andere kinderen, mits er rekening
wordt gehouden met hun mogelijkheden.
Hoogbegaafdheid bij volwassenen en hun talenten beter
inzetten

Het Instituut Hoogbegaafdheid Volwassenen (IHBV) verzamelt
kennis over hoogbegaafdheid bij volwassenen en helpt deze informatie en
kenmerken van hoogbegaafdheid uit te dragen en te verspreiden door middel van
publicaties en presentaties, seminars. En stimuleert onderzoek naar hoogbegaafdheid.
Hoogbegaafde volwassenen die vastlopen in hun studie en/of
werk kunnen veel informatie over hoogbegaafdheid vinden op internet. Het IHBV
heeft de zogeheten HB-cafés ontwikkeld. Hier kunnen hoogbegaafde
(jong)volwassenen met elkaar in contact komen. Er worden diverse onderwerpen
besproken die van belang zijn om weer een goed evenwicht te vinden tussen
hoogbegaafd-zijn en de zaken waar je als volwassen hoogbegaafde in studie en/of
werk tegen aanloopt en/of vast loopt.
Hoogbegaafde senioren

Wat weten we tot nu toe:
Een studente van de Hanzehogeschool Groningen heeft in
opdracht van het IHBV onderzoek gedaan naar de
kennis over hoogbegaafdheid bij enkele professionals in de ouderenzorg. Het
onderzoeksrapport staat op de website van het IHBV; ‘Een kwalitatief onderzoek
naar kennis over Hoogbegaafde ouderen’ (Aryee, 2015)
Stella Braam heeft een boek geschreven naar aanleiding van
haar hoogbegaafde vader die Alzheimer kreeg; ‘Ik heb Alzheimer’ (Braam, 2005)
Vilans heeft in samenwerking met het Trimbos Instituut in
opdracht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg een rapport geschreven
‘Omgaan met onbegrepen gedrag bij dementie’. Dit is een inventarisatie aan
richtlijnen en inzichten rondom onbegrepen gedrag bij ouderen met dementie.
In Amerika is het boek ‘Gifted and Sick’ (Runyan, 2014) uitgegeven. (Gaat
over hoogbegaafden met chronische vermoeidheid e.d.)
Geregeld verschijnen er in diverse kranten artikelen over
senioren en hun behoeften aan dagbesteding anders dan alleen bingo en andere
aanverwante zaken als het gaat om de zorg voor senioren. Op internet verschijnen met regelmaat korte documentaires en artikelen over senioren met dementie.
Maar de combinatie hoogbegaafdheid én dementie, daar is niet
veel over bekend en hiernaar is weinig tot geen onderzoek gedaan. Wij menen dat
dit een kennislacune is die opgevuld zou moeten worden.
Uit de gesprekken die wij hebben gevoerd met senioren die
hoogbegaafd bleken te zijn, kun je afleiden dat we bij hoogbegaafde senioren soms
alleen de negatieve kanten van het hoogbegaafd-zijn te zien krijgen. Meestal
weten senioren niet eens dat een aanzienlijk deel van hun klachten/problemen
terug te voeren zijn naar hoogbegaafdheid. Pas als je met hen of hun kinderen
in gesprek gaat komen de verhalen los. Sommige senioren vertellen dat hun
dochter/zoon hoogbegaafd is of hun kleinkind maar zijzelf, nee daar komen zij
niet op.
Omdat hoogbegaafd te vaak nog gelijk wordt gesteld met
hoogopgeleid.
Vroeger was het, vooral voor vrouwen, niet gebruikelijk om
door te leren. Er was soms domweg geen geld voor  doorleren in een gezin.
Dat wil niet zeggen dat vrouwen en mannen die niet de
gelegenheid hebben gehad om door te leren, niet hoogbegaafd kunnen zijn. In de
zorg komen wij diverse verhalen tegen van familie, verzorgers over senioren
maar ook van de senioren zelf die in een verzorgingshuis wonen, die duiden op
het feit dat zij hoogbegaafd kunnen zijn. Zij hebben andere behoeften dan
gemiddeld als het gaat om dagbesteding. Zijn soms eenzaam omdat zij geen
aansluiting vinden bij de andere bewoners. Stellen voor de zorg ingewikkelde
vragen en nemen niet zo makkelijk genoegen met een gegeven antwoord.
Zij voelen zich soms behandeld als een klein onmondig kind.
Worden als lastig of betweterig betiteld. Hierdoor komen de hoogbegaafde senioren
nogal eens in conflict met de verzorging of medebewoners. Of  de senioren trekken zich juist terug,
verliezen sociale contacten en voelen zich dom. Terwijl de brede belangstelling
in diverse zaken en behoefte aan een diepgaand gesprek over levensvragen tot op
hoge leeftijd aanwezig blijft.
Tips voor medewerkers in de zorg

  • Neem
    als het kan de tijd om een gesprek aan te gaan met de senior als blijkt
    dat deze vaak niet mee doet met de algemene dagbestedingen en vraag naar
    haar of zijn mening.
  • Wanneer
    een senior depressief overkomt kan dit beteken dat deze senior geen
    aansluiting vindt bij medebewoners en zich eenzaam voelt. Vraag naar hun
    behoefte.
  • De
    hoogbegaafde senior is gevoelig voor de juiste omgangsvorm. Dus niet jijen
    en jouwen.
  • Laat
    de senior zoveel mogelijk meedenken en meebeslissen over zijn of haar
    verzorging en/of verpleging.
Hoogbegaafdheid bij senioren met somatische problemen

Het is moeilijk om hoogbegaafdheid bij senioren te herkennen
omdat er nogal eens andere factoren meespelen. Wanneer senioren te maken
krijgen met lichamelijke klachten door ouderdom worden de kenmerken van
hoogbegaafdheid ondergesneeuwd. Wat wel aan de oppervlakte komt is de grote
behoefte aan autonomie. Zowel op het medische vlak als op de persoonlijke
mobiliteit. Zich ergeren aan de zorg in het algemeen komt daardoor nogal eens
voor.
Daarnaast zie je de behoefte aan een goed gesprek over
levensvragen met een zielsverwant toenemen. Wanneer hiervoor geen aandacht is
en niet voldaan kan worden aan de behoeften, door allerlei omstandigheden,
liggen eenzaamheid en apathie op de loer.
Hoogbegaafdheid bij senioren met dementie

Achteruitgang op cognitief vlak zoals dementie komt ook voor
bij hoogbegaafde senioren.
Er bestaan diverse vormen van dementie. De meest bekende is de
ziekte van Alzheimer en Vasculaire dementie. Daarnaast bestaat er fronto-temporale
dementie, ziekte van Huntington, Syndroom van Korsakov en Lewy Body-dementie.
Het menselijk brein verwerkt informatie op vier niveaus. Met
de eerste twee laagste niveaus denken wij niet. Het eerste niveau bevat de
reflexen zoals bijvoorbeeld ongerichte bewegingen bij schrik.
Het tweede niveau bevat de meest basale emoties te weten:
bang, boos, blij en bedroefd.
De amandelkern zorgt voor de koppeling tussen ervaringen,
herinneringen en de emoties. Ook vind op dit niveau het zogeheten
imitatiegedrag plaats.
Op het derde niveau ontstaat het denken. We worden ons
bewust van onze emoties en kunnen hiernaar handelen.

Op het vierde niveau en hoogste niveau komen alle hersenfuncties te samen en
kunnen we bewust, logisch en abstract denken.
Bij dementie gaat het fout op de bovenste niveaus (het derde
en vierde niveau). Dan spreek je over de functies, plannen (aanvullen)
De gedragingen en de emoties worden dan vaak alleen nog maar
gestuurd vanuit niveau één en twee.
De eerste verschijnselen van dementie zijn moeite krijgen
met nieuwe informatie opslaan en/of opdiepen van opgeslagen informatie. Dit
vindt plaats op het derde en vierde niveau.
Men raakt spullen kwijt, raakt de weg kwijt in een nieuwe
omgeving. Men vergeet wat iemand net heeft gezegd of gevraagd. Deze
geheugenstoornissen komen bij iedereen wel eens voor. Alleen dan wanneer er ook
andere blijvende problemen ontstaan in het begrijpen, spreken en besef van
plaats en tijd en/of gedrags- en karakterveranderingen, kun je spreken van
dementie. De volgorde van het ontstaan van de diverse kenmerken van dementie
heeft te maken met de onderliggende ziekte die de verschijnselen dementie
veroorzaakt.
Over het algemeen kun je spreken van een oprollend geheugen.
Recente ervaringen en vaardigheden verdwijnen het eerst. Herinneringen en
ervaringen van lang geleden blijven het langst in takt. Er ontstaan gaten in
het geheugen welke door de mens met dementie zelf worden opgevuld met verzonnen
verhalen en uitvluchten.
Er is voor zover wij weten nog geen gedegen onderzoek gedaan
naar hoe het brein van een hoogbegaafde senior werkt laat staan hoe het brein
van een hoogbegaafde met dementie werkt. Wel lijkt het erop dat senioren met
een hoog IQ langer de kenmerken van dementie kunnen maskeren. En dat de
behoefte aan autonomie lang in takt blijft. Ook de behoefte aan een ander soort
dagbesteding dan momenteel gebruikelijk is onder de senioren van nu, blijft ook
lang aanwezig. Dit baseren wij op basis van de verhalen die wij te horen hebben
gekregen van de mantelzorgers van senioren met dementie en de verzorgenden die
wij hebben gesproken.
16 en 18 februari 2016 hebben Noks Nauta van het IHBV en
Anita van der Drift van Aandacht, Bezinning en Grenzen een tweetal
voorlichtingsbijeenkomsten gegeven aan zorgverleners van Pieter van Foreest in
Delft (Bieslandhof) en Naaldwijk (De Hooge Tuinen) over hoogbegaafdheid bij
senioren en hun behoeften aan dagbesteding en contact.
De hieruit voort gevloeide vragen en behoefte aan kennis
over o.a. hoogbegaafde senioren met dementie hebben geleid tot het opzetten van
een onderzoek naar hoogbegaafdheid bij senioren in het algemeen en hoogbegaafde
senioren met dementie, hun beleving van het ouder worden, hun beleving van hun
dementie, hun behoeften ten aanzien van dagbesteding, zorg op maat. Een
voorbeeld van zorg op maat is Casemanagement. Wellicht zou casemanagement een
grotere rol kunnen spelen bij het naar boven halen van de voornoemde behoeften.



Verder lezen over hoogbegaafde ouderen op www.ihbv.nl en met name:
Er is ook een leaflet over hoogbegaafde senioren:
Referenties
Aryee
Jacobsen
Kooijman - van Thiel, M.B.G.M. (red). (2008). Hoogbegaafd.
Dat zie je zó! Over zelfbeeld en imago van hoogbegaafden. Ede: OYA Productions.
Nauta, N. & Jurgens, K. (2012). Hoogbegaafde senioren:
een vergeten groep. Gerõn
14(2012) #4: 35-38. 
Roeper A.
(2007). Growing old gifted. In: Roeper, A. & Higgins, A. The I of the beholder.
Tucson,
Arizona: Great Potential Press.
 

Anita van der Drift, Aandacht, Bezinning en Grenzen, is
docent van o.a. levensboek en daarbij ook werkzaam in de thuiszorg. www.aandachtbezinningengrenzen.nl
, anita.drift@tele2.nl Noks Nauta is
arts en psycholoog en bestuurslid van het Instituut Hoogbegaafdheid
Volwassenen. Noksnauta@ihbv.nl





Monika Eberhart 

photo credit: http://www.flickr.com/photos/123982963@N04/28918952581
photo credit: http://www.flickr.com/photos/33363480@N05/3351152027

BewarenBewaren